Onderwijs

De Hef vmbo - mavo, de brug naar vakmanschap

De Hef staat voor verbinding, aandacht, kwaliteit en veiligheid. In de directe omgeving van de school zijn dit de kernwaarden die direct betekenis krijgen. De Hef stelt haar brugfunctie centraal. 

Deze brugfunctie is symbolisch voor ons onderwijs, de schoolorganisatie en de omgeving waar onze school staat. De Hef slaat een brug naar de samenleving: de leerlingen zijn de vakmannen en vakvrouwen van de toekomst; zij zijn zich bewust van hun burgerschap en in staat een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de samenleving. 

Ons gebouw is symbolisch voor wat wij de leerlingen bieden: hoogwaardig vakonderwijs, een gestructureerde en persoonlijke begeleiding en transparant in alles. 

Symboliek van het logo

De brug is opgebouwd uit een constructie met verschillende vormen. De vormen zijn gebruikt in de grafische weergave van de brug voor het logo. Dit geeft onze visie op het onderwijs heel duidelijk weer:

  • We werken samen;
  • We verheffen onze leerlingen tot een hoger niveau;
  • We verbinden met elkaar en onze omgeving.

Missie

1. We leren te verlangen naar waar je nodig bent 

Op De Hef denken we in overvloed en niet in tekorten. We gaan uit van kansen en mogelijkheden van iedereen. We leren allemaal en hebben elkaar nodig om onze leerlingen in de gemeenschap te laten opgroeien en ingroeien. Ingroeien wil zeggen: van gezin naar wijk, naar school, naar stad, land …wereld. Opgroeien wil zeggen: persoonsvorming: worden wie je bent. De school is de werkplaats waarin iedereen oefent om vorm te geven aan een goed leven. We zien iedereen, iedereen is nieuwsgierig en iedereen is nodig.

“Als je een schip wilt bouwen Roep dan geen mannen bij elkaar om hout te verzamelen en Het werk te verdelen In plaats daarvan Leer ze verlangen Naar de enorme eindeloze zee” (Antoine de Saint-Exupéry)

3. We leiden op tot vakmens

Vakmanschap en leren goed te werken omwille van de kwaliteit van het werk zelf is de basis voor goed burgerschap. Vakmensen zijn nodig. Zij brengen kwaliteit in ieders leven.

2. Werken aan een goed leven leidt tot geluk

Op De Hef is een onderwijsloopbaan geslaagd als er uitzicht is op een goed leven. Dit is een leven waarin het lukt je capaciteiten volledig te benutten voor jezelf en de gemeenschap. Door kennis, vaardigheden, acties en keuzes probeert ieder lid van de onderwijsgemeenschap De Hef zichzelf in verbondenheid met anderen optimaal te verheffen. Onze medewerkers, onze leerlingen en onze ouders zijn een voorbeeld van werken aan een goed leven. We zijn verbonden, hebben aandacht, we leveren kwaliteit in veiligheid.

4. Onze onderwijsaanpak 

We leven in een ingewikkelde wereld die voortdurend verandert. Een zeker bestaan is niet vanzelfsprekend en van mensen vraagt de omgeving flexibiliteit. 

Met hun mogelijkheden leren we onze leerlingen met deze ingewikkelde en voortdurend veranderende wereld om te gaan en een actieve bijdrage te leveren. 

We helpen deze leerlingen door hen hier op voor te bereiden door ons onderwijs te baseren op de volgende vier uitgangspunten: 

  1. In een doorlopende leerlijn ontwikkelen we vakmanschap. 
  2. We nemen loopbaanoriëntatie en -begeleiding als ruggengraat van ons onderwijs. 
  3. De kwaliteit van het werk staat centraal: we leren met elkaar beter te worden. 
  4. Iedere leerling ontwikkelt een eigen route naar vakmanschap door middel van doelgericht onderwijs, ondersteund door ouders en medewerkers. 

Burgerschap

Wij vinden het belangrijk om onze leerlingen goed voor te bereiden op hun leven buiten school en in de diverse samenleving. In de Nederlandse wet is vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat over de ontwikkeling van leerlingen tot democratische burgers. In het burgerschapsonderwijs staan de drie basiswaarden centraal die van belang zijn in de democratische, pluriforme samenleving, te weten vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Onze leerlingen leren hierbij ook over de context waar deze drie basiswaarden, de democratie en de democratische rechtstaat uit zijn voortgekomen.

In ons onderwijs neemt burgerschap een centrale plek in. Wij zien onze school als een oefenplaats voor democratie en het omgaan met diversiteit. In de verschillende vak- en leergebieden, vakoverstijgende projecten en –activiteiten, het klas- en schoolklimaat en/of het vak ‘burgerschap’ geven wij hier actief uitvoering aan. Het bevorderen van verbinding met en participatie in de samenleving vinden wij van groot maatschappelijk belang. Bij het vormgeven van goed burgerschapsonderwijs is er daarom aandacht voor de verbinding met de omgeving en vindt het leren ook buiten de school zelf plaats.

Naast een oefenplaats, is onze school ook een ontmoetingsplaats. Alle verschillende achtergronden en levensovertuigingen komen hier samen. Wij dagen onze leerlingen uit om open te staan voor dat wat voor ons onbekend is. Wij stimuleren de leerlingen om nieuwsgierig te zijn naar de ander, in gesprek te gaan met elkaar, elkaars standpunten te bevragen en zich te verplaatsen in elkaars perspectieven. Zo ontwikkelen onze leerlingen hun eigen opvattingen en vormen zij een democratische houding.

Leerlingen leren in onze school hoe zij actief hun rol kunnen pakken in de samenleving en krijgen hiervoor kennis en vaardigheden aangeboden. Onder andere door te leren over besluitvormingsprocessen en de invloed die zij hierop kunnen uitoefenen, passend bij de eigen situatie en mogelijkheden. Daarnaast vragen wij leerlingen verbanden te leggen tussen de eigen leefwerelden en maatschappelijke vraagstukken. Hierdoor leren wij onze leerlingen kritisch na te denken, te reflecteren en creatief na te denken over mogelijkheden om zelf iets te doen aan deze complexere vraagstukken. Met ons onderwijs bereiden wij onze leerlingen voor op een leven in een veranderende samenleving, waarin zij autonoom en verantwoordelijk handelen. Zo leveren wij met ons onderwijs een bijdrage aan het Rotterdam van nu en morgen.

Om gericht te werken en invulling te geven aan ons burgerschapsonderwijs hebben wij schooleigen doelen geformuleerd. De voortgang van onze leerlingen en de uitvoering van het programma wordt gemonitord middels een jaarlijks evaluatiemoment en enquêtes onder leerlingen.

Extra ondersteuning en passend onderwijs 

Op De Hef hebben wij onze leerlingen goed in beeld. Vanaf het moment dat zij worden aangemeld tot aan het moment dat zij de school verlaten voor vervolgonderwijs. Wij werken hierbij volgens het principe van handelingsgericht werken, namelijk vanuit de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Doelmatig, transparant, systematisch, planmatig en in afstemming met alle betrokkenen. Onze docenten passen het onderwijs aan op basis van de behoefte van de leerling. Om elke leerling zo goed mogelijk te ondersteunen, werken wij met een ondersteuningsplan dat is gericht op het versterken van de basisondersteuning en handvatten biedt aan leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben. Indien wij als school niet de ondersteuning kunnen bieden, wordt met alle betrokkenen op zoek gegaan naar een passende plek voor de leerling. In het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) leest u meer over onze aanpak. 

RESULTATEN 

In het schooljaar 2020-2021 lag het gemiddelde slagingspercentage (b/k) op 97,25% , voor het schooljaar 2021-2022 (b/k) was dat 100% en in schooljaar 2022-2023 (b/k/mavo) is gemiddeld 88,4% van onze leerlingen geslaagd. Het percentage Voortijdig Schoolverlaten (VSV) was voor 2020-2021 2,8%. De cijfers voor 2021-2022 zijn niet bekend. Voor schooljaar 2022-2023 is het (voorlopige) percentage 4,2%. De definitieve cijfers worden gepubliceerd zodra beschikbaar. 

Jaarscore
Onderbouwsnelheid
2020-2021  

91,76%

2021-2022  94,25%
2022-2023 (prognose)93,83%

B / K
Bovenbouwsucces
2020-2021
89,09%-92,93%
2021-2022 
93,39%-88,51%
2022-2023 (prognose)85,19%-84,09%
Basis - Kader  MAVO
Examencijfers 2020-20216,54 - 6,08
2021-
2022
6,06 - 5,92
2022-2023
6,47 - 6,26 6,18

Onderbouwpositie
Schooljaar                                    Jaarscore

2020-2021                                        -3,17%
2022-2023                                        35,00%

  2023-2024 (prognose)                   50,91% 

Didactiek

De leerling leert onder deskundige begeleiding werk van kwaliteit te leveren. In onze lessen staan we naast de leerlingen en is onze aandacht gericht op het werk. We zien beweging ontstaan omdat we inspireren, instrueren, voordoen, stimuleren, vertrouwen en feedback geven om beter te worden en over laten doen wat beter kan. We zien vakmanschap ontstaan omdat we hen leren beoordelen wanneer iets goed is en van waarde voor de omgeving. Concreet betekent dit voor onze didactiek:

  • We werken in realistische leersituaties.
  • We werken doelgericht.
  • We werken met modellen & rolmodellen.
  • We stellen het werk centraal.
  • We werken met feedback.
  • We werken met meerdere uitwerkingen/pogingen.
  • We maken ons werk publiek.
  • We werken met portfolio’s.
  • We werken met coaching.


Pedagogiek

In de missie hebben we de belangrijkste pedagogische uitgangspunten verwoord. De leerlingen verdienen een betekenisvolle plek in de omgeving waar zij opgroeien en ingroeien. Het pedagogisch handelen is er voortdurend op gericht om de leerlingen zich te laten oriënteren op de wereld om hen heen en om hun talenten te verbinden met die wereld. Concreet betekent dit voor onze pedagogiek:

  • We gaan uit van verschillen.
  • We werken vanuit een relatie om tot een prestatie te komen.
  • We leren van onze fouten en ons handelen is gericht op verbeteren en herstel.
  • We werken met spelgevoel om de mismatch tussen straat-, school- en thuiscultuur te doorbreken.
  • We werken aan de vorming van het karakter dat vakmanschap versterkt.
  • We denken in overvloed en gaan niet uit van tekorten.
  • We kunnen het niet alleen en hebben de gemeenschap nodig.
  • We staan model voor het pedagogisch handelen in de gemeenschap.


Schoolprofiel

De Hef heeft de gemengde/ theoretische leerweg en de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen in huis, inclusief leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). De school is in het kader van Passend Onderwijs aangesloten bij het samenwerkingsverband Koers VO (www.koersvo.nl). De Hef is een kleinschalige en veilige school, waar kennisoverdracht en het ontwikkelen van vakmanschap belangrijk zijn. We hechten veel waarde aan rust, regels en structuur. De Hef staat voor intensief onderwijs, met persoonlijke aandacht en extra begeleiding op het gebied van taal en rekenvaardigheid. De school heeft veel aandacht voor buitenschools leren. Iedere klas heeft een mentor, die de leerlingen coacht en regelmatig contact met ouders onderhoudt. De mentor start bijna iedere schooldag met zijn mentorgroep om zo de leerlingen optimaal te kunnen begeleiden. Bovendien geeft de mentor in de onderbouw ook andere lessen waardoor er veel contacttijd met de mentor is. De mentor is dan ook de spil in de leerlingbegeleiding. Ouders hebben via internet op Magister toegang tot informatie over cijfers, aanwezigheid en te laat komen. In de bovenbouw werken leerlingen binnen de sectoren economie, zorg en techniek aan een gekozen profiel. Binnen de sector economie biedt De Hef het profiel Economie en Ondernemen (E&O) aan. Binnen de sector zorg is dat het profiel Zorg en Welzijn (Z&W) en de sector techniek op De Hef biedt zelfs twee profielen aan: bouw, wonen en interieur (BWI) en produceren, installeren en energie (PIE).

Overzicht Schoolkosten/vrijwillige ouderbijdragen 2023-2024

VMBO/MAVO/ISKLeerjaar 1Leerjaar 2Leerjaar 3Leerjaar 4ISK

Culturele activiteiten

€15,00

€15,00

€15,00

€15,00

€15,00

Schoolfeesten

€10,00

€10,00

€10,00

€10,00

€10,00

Reiskosten buitenschoolse activiteiten

€10,00

€10,00

€10,00

€10,00

€10,00

TOTAAL

€35,00

€35,00

€35,00

€35,00

€35,00

TAALAANPAK 

Een goede beheersing van het Nederlands is een vereiste voor het optimaal kunnen functioneren in onze maatschappij. Daarom is er in al onze lessen aandacht voor taal. Elke docent is taaldocent! Wij gebruiken programma's om de woordenschat van leerlingen te vergroten en het leesplezier te bevorderen. We werken samen met de bibliotheek Rotterdam en hebben nu ook een eigen bibliotheek dBOS (de bibliotheek op school). In alle lokalen hangt het stappenplan voor het lezen van een tekst, waardoor hier in alle lessen gebruik van gemaakt kan worden. 


REKENAANPAK 

Ook goede rekenvaardigheden zijn van belang om goed te kunnen functioneren in de samenleving. Gecijferdheid is noodzakelijk, want we leven in een wereld van maten en getallen. We voeren een actief rekenbeleid en proberen dat in het gehele curriculum terug te laten komen. De leerlingen die voor rekenen hebben gekozen in leerjaar 3 krijgen een uur extra rekenen t.o.v. een wiskunde leerling. Rekenen wordt pas afgesloten in leerjaar 4. Daarnaast maken we gebruik van de diagnostische toets Dia-rekenen om achterstanden adequaat weg te werken.

LWOO 

Lwoo staat voor leerwegondersteunend onderwijs. Leerlingen die goed in staat zijn om een VMBO- of mavo-diploma te behalen, maar die leerachterstanden hebben of in een moeilijke situatie verkeren, krijgen leerwegondersteuning door extra hulp en begeleiding. Zo kunnen ze hun achterstand wegwerken. Lwoo-leerlingen doen gewoon examen en ontvangen een diploma. Iedere lwoo-leerling kan dus na het behalen van het diploma doorstromen naar het mbo (bv. Zadkine, Albeda College of een ander ROC).

De brugperiode, eerste en tweede leerjaar

Eerste leerjaar
De overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is groot voor leerlingen. Wij houden hier op De Hef vmbo-mavo rekening mee door de leerlingen van groep 8 voor de zomervakantie al kennis te laten maken met hun nieuwe klas en mentor. Om ervoor te zorgen dat de leerlingen zich snel thuis voelen op onze school, zijn er in de eerste week meerdere kennismakingsactiviteiten. In oktober gaan de eersteklassers op kamp. Tijdens deze driedaagse kamp leren de leerlingen elkaar en de docenten op een leuke manier goed kennen. Een goede start op de middelbare school. Tijdens de klassikale dagstart worden de leerlingen extra geholpen om te wennen aan de nieuwe school, de nieuwe mensen om zich heen en alle nieuwe vakken op het rooster. Dit doet de mentor door het rooster samen door te nemen, de informatie in Magister door te spreken en veel te herhalen. Tijdens de persoonlijke coachingsgesprekken is extra ruimte om dieper in te gaan op persoonlijke leervragen van leerlingen.

Op de Hef vinden wij het belangrijk dat leerlingen vanaf het eerste leerjaar zicht krijgen op de sectoren in de bovenbouw, veel praktijkervaring op doen en ervaren waar zij goed in zijn en wat zij willen leren. Daarom krijgen alle eerstejaars leerlingen 8 uur praktische lessen techniek & beeldend, zorg & welzijn en economie & ondernemen. Tijdens het LOB uur (loopbaan oriëntatie) staat het thema ‘ wie ben ik’ centraal en reflecteren de leerlingen op de (praktijk)lessen en maken zij hun portfolio. Tijdens de persoonlijke coachgesprekken en het MOL-gesprek wordt ingegaan op het portfolio en de persoonlijke leerdoelen.

Tweede leerjaar
Leerlingen krijgen een nieuwe mentor en een nieuwe klas, maar houden dezelfde vakken als in leerjaar 1. De leerlingen krijgen ook dit jaar 8 uur praktijklessen en bij LOB staat nu ‘wat kan ik’ centraal. Gedurende dit schooljaar maken de leerlingen een keuze voor een sectorkeuze in leerjaar 3.

SECTOREN IN HET VMBO 

Na het tweede leerjaar kiezen leerlingen definitief uit vier profielen: bouw, wonen & interieur (BWI), produceren, installeren & energie (PIE), zorg & welzijn (Z&W) en economie en ondernemen (E&O).

Vanaf het derde jaar volgt iedereen vijf algemene vakken: Nederlands Engels, maatschappijleer, culturele en kunstzinnige vorming (ckv) en sport en bewegen. Daarnaast volgt elke leerling per sector nog het sector vak, plus de beroepsgerichte vakken van de door hem of haar gekozen sector. Zo maken ze kennis met beroepen en werkzaamheden waarmee ze later te maken krijgen. Leerlingen met het profiel zorg & welzijn kunnen kiezen voor wiskunde of voor de combinatie maatschappijkunde en rekenen. 

Vanaf het derde leerjaar werkt iedere leerling aan zijn examendossier zoals vermeld in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). We bieden de sectoren breed aan, dat wil zeggen dat de leerlingen zich richten op alle aspecten van de sector die ze gekozen hebben. Iedere sector bereidt leerlingen met speciale beroepsgerichte examenprogramma’s voor op vervolgopleidingen.

Zorg & Welzijn (Z&W)
Voorbereiding op een beroepsopleiding voor o.a. kapper, ziekenverzorgende, uiterlijke verzorging, horeca, sociale beroepen.

Economie & ondernemen (E&O)
Voorbereiding op een beroepsopleiding voor o.a. receptionist, administratief medewerker, baliemedewerker, logistiek medewerker, verkoper.

Bouw, Wonen & Interieur (BWI)
Voorbereiding op een beroepsopleiding voor o.a. bouwvakker, timmerman, (scheeps)interieurbouwer, metselaar, meubelmaker, interieuradviseur enz.

Produceren, Installeren & Energie (PIE)
Voorbereiding op een beroepsopleiding voor o.a. installateur, loodgieter, servicemonteur, enz.

Nieuwe leerweg mavo
Na het tweede leerjaar kiezen leerlingen definitief uit drie profielen: economie, natuurkunde en biologie.

Vanaf het derde jaar volgt iedereen zes algemene vakken: Nederlands, Engels, maatschappijleer, wiskunde, culturele en kunstzinnige vorming (ckv) en sport en bewegen. Daarnaast volgt elke leerling per sector nog twee sector vakken, maakt hij/zij een profielwerkstuk en wordt het vernieuwede beroepsgerichte vak Technologie en Toepassing aangeboden. Zo maken ze kennis met beroepen en werkzaamheden waarmee ze later te maken krijgen. De leerlingen die voor zorg en welzijn kiezen krijgen de optie om voor wiskunde of voor maatschappijkunde en rekenen te kiezen.

    VAKGROEPEN

    Iedere vakgroep heeft zijn ambitie en het onderwijsprogramma vastgelegd in vakwerkplannen. De vakwerkplannen maken onderdeel uit van onze kwaliteitszorg. Door gegevens te verzamelen en te reflecteren op het werk stellen alle vakgroepen ieder jaar een activiteitenplan op om de lessen te verbeteren.

    Doorlopende leerroute PIE

    Het doel van de doorlopende leerroute is dat jongeren een passend en uitdagend opleidingsprogramma wordt geboden om het beste uit zichzelf te laten halen. Daarnaast is het doel om er voor te zorgen dat de vmbo-basis leerling met een technisch profiel ook minimaal een technisch mbo niveau 2 diploma haalt. De nu vrij hoge uitval of uitstroom naar andere sectoren willen we significant reduceren.

    Voor veel jongeren helpt het om vroeg kennis te maken met het mbo en de praktijk van hun gekozen beroep. De doorlopende leerroute begint nadat de leerling 2 jaar vmbo heeft gevolgd. De leerling behaalt zowel een vmbo-diploma als een mbo-diploma. De doorlopende leerroute is een samenwerking van 3 vmbo scholen en 1 mbo instelling, namelijk;

    VMBO: Comenius Beroepsonderwijs, De Hef en Het Zuiderpark College

    MBO: Techniek College Rotterdam

    De start van de doorlopende leerroute is nadat de leerling 2 jaar vmbo heeft gevolgd. Vanaf dan worden mbo en vo gecombineerd tot 1 onderwijsprogramma. Aangezien de doorlopende leerroute met meerdere vmbo scholen wordt gevormd zitten er tussen die verschillende scholen wel nuance verschillen in het onderwijsprogramma. Tijdens de opzet van de doorlopende leerroute is gekeken naar waar de overlap met het mbo en vmbo zit. Daarnaast is er voor gezorgd dat de verschillende vmbo scholen hun eigen identiteit kunnen behouden en zijn er binnen het vmbo gedeelte slechts kleine aanpassingen doorgevoerd. Binnen de doorlopende leerroute is er nu gekozen voor een samenwerking bij het vak Nederlands en de profieldelen en keuzevakken van PIE.

    Stage

    Stages eerste en tweede leerjaar VMBO 

    Stagelopen vinden we op De Hef een belangrijk onderdeel van de opleiding. Leren in oorspronkelijke buitenschoolse situaties draagt bij aan de ontwikkeling van de loopbaan. 

    In leerjaar 1 en 2 gaan leerlingen 2 x per jaar op bliksemstage. De bliksemstage organiseert de school in samenwerking met JINC. JINC heeft een groot netwerk aan bedrijven en instellingen die met plezier de leerlingen van onze school ontvangen en hen laat kennismaken met de bijzonderheden van het bedrijf of de instelling. 

    De bliksemstages zijn vervlochten met ons LOB-programma (LOB staat voor Loopbaanoriëntatie en Begeleiding). LOB vormt de ruggengraat van ons onderwijs en heeft als doel de leerlingen te laten ontdekken waar zij in de nabije toekomst voor opgeleid willen worden. Bliksemstages bieden ervaringen op grond waarvan leerlingen makkelijker keuzes kunnen maken. Aan het eind van leerjaar twee dienen de leerlingen al te kiezen voor een sector in de bovenbouw. Kiezen voor een sector gaat beter als je weet welke beroepen er zoal zijn en als je zicht hebt op wat je wilt worden. 

    Buitenschools leren 

    Voor de bovenbouw organiseren we leeractiviteiten buiten de school die nauw aansluiten bij de nieuwe examenprogramma’s. Daarnaast zijn de leerlingen tijdens de praktijklessen ook bezig op het gebied van LOB. Hier ligt de focus op de juiste aansluiting op hun vervolgopleiding. Elke periode hebben de leerlingen een portfoliogesprek bij hun praktijkdocent en houden dit bij in hun LOB-dossier. Op deze wijze zal het leerrendement groter zijn en beter aansluiten bij de examens en de vervolgopleiding.

    Maatschappelijke stage 

    Vanaf 2012 is maatschappelijke stage niet langer verplicht voor alle middelbare scholieren. Wij vinden het echter belangrijk, dat onze leerlingen goede burgers zijn in de maatschappij en vragen hen daarom een bijdrage te leveren aan het beheren van het schoolgebouw en de omgeving. Iedere leerling draagt een steentje bij. 

    In ons LOB-programma zitten niet alleen beroepsgerichte maar ook maatschappelijke accenten. De ontwikkeling van burgerschap is nauw verweven met ons LOB-programma, waarin leerlingen veel in aanraking komen met de buitenschoolse context.

    Lestijden

    *Lestijden
    Op de dinsdagen wijken de lestijden af van de andere dagen. Dan is er geen tweede pauze, maar gaan de lessen door. Om 14.15 uur, na het 7e uur, zijn alle leerlingen uit. De rest van de middag is ingericht voor vergaderingen.

    Ma, woe, do en vrij

    Lesuur 108.30 - 09.15 uur
    Lesuur 209.15 - 10.00 uur
    Lesuur 310.00 - 10.45 uur
    Ochtendpauze10.45 - 11.15 uur
    Lesuur 411.15 - 12.00 uur
    Lesuur 512.00 - 12.45uur
    PAUZE12.45 - 13.15 uur
    Lesuur 6

    13.15 - 14.00 uur
    Lesuur 714.00 - 14.45 uur
    Lesuur 814.45- 15.30 uur
    Lesuur 915.30 - 16.15 uur

    Lesuitval

    Lesuitval is helaas niet altijd te voorkomen. Bij afwezigheid van docenten door ziekte, nascholing of persoonlijke omstandigheden probeert de roostermaker zoveel mogelijk het rooster aan te passen, zodat de leerlingen zo min mogelijk lesuitval / tussenuren hebben. Mocht er onverhoopt toch geen passende oplossing gevonden worden, dan kunnen de leerlingen in de aula terecht. Bij langdurige ziekte van docenten is het vrijwel onmogelijk tot onmiddellijke vervanging over te gaan. Binnen het team proberen wij dit dan gezamenlijk op te vangen en een goede oplossing te bedenken.

    * Dinsdag       

    Lesuur 108.30 - 09.15 uur
    Lesuur 209.15 - 10.00 uur
    Lesuur 310.00 - 10.45 uur
    Ochtendpauze10.45 - 11.15 uur
    Lesuur 411.15 - 12.00 uur
    Lesuur 512.00 - 12.45 uur
    Lesuur 6 12.45 - 13.30 uur
    Lesuur 713.30 - 14.15 uur

    Lessentabel 2023-2024

    Documenten - Schoolwiki RVC de Hef 

    Organisatie

    Cijfers 

    In de onderbouw wordt het eindcijfer bepaald op basis van de gemiddelde van de periodecijfers. De toetsen zijn vastgelegd in een programma van toetsing en doorstroming (PTD). In de bovenbouw, waar het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) van toepassing is, vermelden wij alle toetsen die deel uitmaken van het cijfer voor het Schoolexamen. Het schoolexamencijfer bepaalt de helft van het eindcijfer en is het voortschrijdend gemiddelde van alle PTA-toetsen. Iedereen heeft in principe recht op twee PTA-herkansingen per periode. Een herkansing voor een avo-vak en een herkansing voor een praktijkvak. 

    Rapporten 

    Het schooljaar is verdeeld in drie periodes. 

    • Periode 1 september t/m november 
    • Periode 2 december t/m (half) maart 
    • Periode 3 maart t/m juli 

    Na elke periode ontvangt de leerling een rapport. Het rapport na periode 3 is tevens het eindrapport. Aan het einde van het jaar hoort de leerling in welke leerweg hij of zij verder kan gaan. Als er onvoldoende gegevens zijn om een rapportcijfer vast te stellen, geven we dit aan met de aanduiding o.g. (onvoldoende gegevens) of g.g. (geen gegevens). In dat geval gaat de leerling niet over naar het volgende schooljaar, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om anders te besluiten. Rapportcijfers worden afgerond op een decimaal. De rapporten worden door de mentor tijdens een gesprek persoonlijk uitgedeeld aan de ouders en de leerling. In dit gesprek wordt aanvullende informatie verstrekt. 

    Loopbaanoriëntatie en begeleiding

    Bij het onderdeel stage is al gesproken over LOB. Maar LOB is meer dan stagelopen, de stage is slechts een onderdeel van het totale LOB-programma. In leerjaar 1 en 2 is LOB verweven in de PSO-lessen en hebben leerlingen wekelijks een LOB-uur. De opdrachten worden gemaakt in Qompas. De leerlingen krijgen geen beoordeling aangezien bij LOB niet gesproken wordt over goed of fout. De bewustwording van de leerlingen en de keuze voor de juiste sector in de bovenbouw is leidend. De LOB-activiteiten worden gehangen aan verschillende thema's. Elke periode is er een ander thema wat aan bod komt en aan het einde van deze periode presenteren de leerlingen tijdens het MOL-gesprek (mentor, ouder, leerling) wat zij hebben geleerd over dit thema. De volgende thema’s worden behandeld:

    Leerjaar 1
    Periode 1 “Wie ben ik?”
    Periode 2 “Wat kan ik?” 
    Periode 3 “Wat is mijn droomberoep?” 

    Leerjaar 2
    Periode 1 “Wat wil ik leren?”
    Periode 2 “Wat kan ik worden?”
    Periode 3 “Hoe presenteer ik mijzelf?”

    In de PSO-lessen komen de profielen Zorg & Welzijn, Economie & Ondernemen, en de technische profielen PIE en BWI aan bod. Binnen Qompas maken de leerlingen een portfolio. In dit portfolio kunnen de leerlingen foto’s plaatsen van waar zij trots op zijn in de betreffende periode. Ook dit portfolio presenteert de leerling aan zijn mentor en ouders tijdens het MOL-gesprek.

    In leerjaar 3 en 4 wordt er vooral vooruitgekeken naar de opleidingskeuze. De mentor is hierin de spil, maar de ervaring doen zij op bij hun sector. De leerlingen presenteren tijdens de MOL-gesprekken vooral hun ervaringen binnen de sector en hun stages. Ook hier maken zij gebruik van Qompas. Het doel van LOB is om de leerlingen na hun schooltijd op De Hef op de juiste opleiding te krijgen en daar hun startkwalificatie te behalen.

    Bevordering naar een hoger leerjaar 

    Over de bevordering beslist de docentenvergadering. Leerlingen die voldoen aan de overgangsnormen hebben het recht om het jaar daarop plaats te nemen in het volgende leerjaar van het betreffende schooltype. Een leerling die niet voldoet aan de normen kan het leerjaar doubleren (het leerjaar opnieuw doen), óf door de school gericht worden bevorderd naar een ander schooltype.

    De docentenvergadering kan om moverende redenen en in het belang van de leerling, afwijken van de overgangsnormen. Over het algemeen geldt:

    De cijfers 4,5 t/m 5,4 tellen als één tekortpunt.
    De cijfers 3,5 t/m 4,4 tellen als twee tekortpunten.
    De cijfers 2,5 t/m 3,4 tellen als drie tekortpunten.

    Van klas 1 naar klas 2


    Maximaal 2 tekortpunten. In dit geval moet één tekortpunt gecompenseerd worden met een 7 of hoger voor een AVO-vak, behalve S&B en K&C.

    Eindcijfer Nederlands 5,0 of hoger.
    Portfolio PSO moet afgerond zijn.
    De vakken S&B en K&C moeten voldoende zijn.

    Van klas 2 naar klas 3

    Maximaal 2 tekortpunten. In dit geval moet één tekortpunt gecompenseerd worden met een 7 of hoger voor een AVO-vak, behalve S&B en K&C.

    Eindcijfer Nederlands 5,0 of hoger.
    Portfolio PSO moet afgerond zijn.
    De vakken S&B en K&C moeten voldoende zijn.

    Van klas 3 naar klas 4

    Maximaal 2 tekortpunten. In dit geval moet één tekortpunt gecompenseerd worden. 
    De vakken S&B, CKV en LOB moeten voldoende zijn.

    In klas 3 bepaalt de vergadering of de leerling overgaat aan de hand van het eindexamenreglement. In het derde leerjaar begint de opbouw van het examendossier.

    Eindexamen klas 4

    In het eindexamenreglement staan de normen die bepalen of de leerling geslaagd is voor het eindexamen. Het cijfer wordt samengesteld uit de beoordeling van het examendossier en de centrale examens.

    Slaag- zakregeling eindexamen
    Gemiddelde van je centraal examen resultaten is 5,5 of hoger.
    Eindcijfer Nederlands 5,0 of hoger.
    Maximaal 2 tekortpunten. In dit geval moet één tekortpunt gecompenseerd worden.
    De vakken S&B, CKV en LOB moeten voldoende zijn.

    Zitten blijven

    Uit grootschalig wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat zittenblijven weinig of geen invloed heeft op een succesvolle schoolloopbaan. Dat wil niet zeggen dat leerlingen op RVC de Hef niet kunnen blijven zitten. De docentenvergadering onderzoekt dan of plaatsing op een ander niveau mogelijk is. Zittenblijven is alleen zinvol wanneer de leerling wel de kwaliteiten bezit om het niveau te behalen, maar door omstandigheden veel lessen heeft gemist.

    De Hef - ISK: de brug naar regulier onderwijs 

    De Hef staat voor verbondenheid, aandacht, kwaliteit en veiligheid. In de directe omgeving van de school zijn dit de kernwaarden die direct betekenis krijgen. De Hef stelt haar brugfunctie centraal. Deze brugfunctie is symbolisch voor ons onderwijs, de schoolorganisatie en de omgeving waar onze school staat. RVC de Hef slaat een brug naar de samenleving: de leerlingen worden adequaat toegerust voor het reguliere onderwijs in de toekomst; zij zijn zich bewust van hun burgerschap en in staat een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de samenleving.

    Binnen de ISK zijn er drie fases:

    • Instroomfase: de leerling maakt kennis met de Nederlandse taal en cultuur in een overzichtelijke en veilige omgeving. De focus ligt erop de leerling wegwijs te maken op onze school.
    • Doorstroomfase: de leerling maakt vorderingen in het Nederlands en gaat steeds meer naar buiten kijken. Er wordt georiënteerd op een vervolgopleiding .
    • Uitstroomfase: de leerling maakt zich op om door te stromen naar het regulier onderwijs en stroomt uit naar het (V)MBO.

    Didactiek

    De leerling leert onder deskundige begeleiding werk van kwaliteit te leveren. In onze lessen staan we naast de leerlingen en is onze aandacht gericht op het werk. We zien beweging ontstaan omdat we inspireren, instrueren, voordoen, stimuleren, vertrouwen geven, feedback geven om beter te worden en werken aan wat beter kan. Concreet betekent dit voor onze didactiek:

    • We werken in realistische leersituaties.
    • We werken doelgericht.
    • We werken met modellen & rolmodellen. ​
    • We stellen het werk centraal.
    • We geven effectieve feedback.
    • We werken met meerdere uitwerkingen/pogingen.
    • We maken ons werk publiek.
    • We werken met portfolio’s.
    • We werken met ​persoonlijke coaching.
    • ​We werken gedifferentieerd.

    Pedagogiek

    In de missie hebben we de belangrijkste pedagogische uitgangspunten verwoord. De leerlingen verdienen een betekenisvolle plek in de omgeving waar zij opgroeien en ingroeien. Het pedagogisch handelen is er voortdurend op gericht om de leerlingen zich te laten oriënteren op de wereld om hen heen en om hun talenten te verbinden met die wereld. Concreet betekent dit voor onze pedagogiek:

    • We gaan uit van verschillen.
    • We werken vanuit een relatie om tot een prestatie te komen.
    • We leren van onze fouten en ons handelen is gericht op verbeteren en herstel.
    • We werken met spelgevoel om de mismatch tussen straat-, school- en thuiscultuur te doorbreken.
    • We werken aan de vorming van het karakter dat vakmanschap versterkt.
    • We denken in kansen en niet in belemmeringen.
    • We kunnen het niet alleen ​en zoeken een goede samenwerking met de omgeving van de leerling.
    • We staan model voor het pedagogisch handelen in de gemeenschap.

    De ISK is de afdeling voor leerlingen die nu in Nederland wonen, maar die de Nederlandse taal nog niet voldoende machtig zijn. In de ISK kun je in korte tijd (circa twee schooljaren) ​voldoende Nederlands leren ​om door te stromen naar regulier onderwijs. Het is ​daarom belangrijk dat leerlingen de Nederlandse taal goed leren. Dit bevordert ook de integratie. Na de ISK kunnen leerlingen verder leren aan een reguliere school of opleiding. Wij noemen dat ‘schakelen’. Wie daar een diploma behaalt, heeft meer kans op een succesvolle toekomst in Nederland.

    Ons onderwijs wordt afgestemd op het ontwikkelingsperspectief (OPP) van iedere leerling. Het persoonlijke ontwikkelplan van iedere leerling beschrijft duidelijk de individuele leer-/ streefdoelen en de wijze waarop deze dienen te worden bereikt. Het OPP wordt met de leerling periodiek geëvalueerd en waar nodig worden nieuwe doelen geformuleerd.

      Het is de bedoeling dat leerlingen: 

      • Zo snel mogelijk de Nederlandse taal verwerven. 
      • Kennismaken met diverse aspecten van de Nederlandse samenleving. 
      • Een goede oriëntatie op school- en loopbaankeuze krijgen, zodat een passende overstap wordt gemaakt naar het reguliere (vervolg)onderwijs. 


      Onderwijsaanbod

      Het onderwijsaanbod sluit zoveel mogelijk aan bij het reguliere voortgezet onderwijs. Daarom is van belang dat helder is wat daar in de onderbouw en bovenbouw, per niveau, aan verplichte vakken, keuzevakken en vrije ruimte zijn. De volgende niveaus worden aangeboden op de ISK-afdelingen van SNZ/De Hef: ISK midden niveau (VMBO B/K/TL, MBO 1​ en af en toe ook MBO 2).

      De leerlingen met het uitstroomprofiel MBO 1 en VMBO basis en kader krijgen naast de kernvakken de volgende lessen om kennis te maken met en aan te sluiten op de sectorkeuze van het VMBO en het MBO.

      • Techniek
      • Zorg & Welzijn
      • Economie & Ondernemen


      Nederlands leren

      Het belangrijkste vak in de ISK is Nederlands, ook wel NT2 genoemd (Nederlands als 2e Taal). Dit vak volgen onze leerlingen ongeveer de helft van de lestijd, ​maar ook bij de andere vakken staat Nederlandse taalverwerving centraal. Wij vinden het belangrijk dat elke leerling werkt in zijn eigen tempo en op zijn eigen niveau. Leerlingen starten daarom in een klas die goed aansluit bij hun niveau. Tijdens de lessen Nederlands is er ook aandacht voor burgerschapsvorming. De leerlingen maken kennis met de diverse aspecten van de Nederlandse samenleving. 


      Andere vakken

      1. Praktijkvakken

      De praktijkvakken zijn ondergebracht bij praktische beroepsvorming, waarin leerlingen kennismaken met economie, zorg en welzijn en beeldend/techniek.

      2. Theorievakken

      Wiskunde/Rekenen, Mens en Maatschappij/Natuur en Engels

      3. Sport

      Wij vinden bewegen en een goede lichamelijke conditie belangrijk. Daarom hebben alle klassen twee uur sport per week.

      4.Loopbaanoriëntatie en begeleiding

      Tijdens de coaching bieden wij de leerlingen een goede oriëntatie op hun school- en loopbaankeuze, zodat zij een bij hen passende overstap kunnen maken naar het reguliere (vervolg)onderwijs.

      Activiteiten voor leerlingen 

      Door het jaar heen worden buiten, maar ook onder lestijd, verschillende activiteiten georganiseerd. Sommige van deze activiteiten zijn verlicht voor alle leerlingen, andere zijn op vrijwillige basis. 

      De cultuurdag aan het einde van elke periode is een activiteit die voor alle leerlingen in elk leerjaar een verplicht onderdeel is. De cultuur heeft elke periode een thema, waar leerlingen verschillende workshops doen. De activiteiten worden verwerkt in het CKV-dossier van de leerling. Buitenschools vinden er ook activiteiten plaats, deze activiteiten kunnen verschillend van aard zijn zoals voor vrijetijdsbesteding en als extra ondersteuning in bepaalde vakken. Daarnaast zijn er verschillende schoolfeesten. Deze activiteiten zijn op vrijwillige basis.