Regels en afspraken

Hoe gaan we met elkaar om?

We streven ernaar om in een prettige werksfeer onze leerlingen zo goed mogelijk te laten presteren. Om dit te realiseren nemen alle leerlingen en medewerkers de Schoolafspraken in acht. We werken vanuit vier belangrijke principes: 

1. Verbondenheid 

2. Aandacht 

3. Kwaliteit 

4. Veiligheid 


We respecteren elkaar

Respect is de basis voor alles wat we doen, ook voor wat we in en rondom de school doen. Het geldt voor jou, je medeleerlingen en voor het personeel van de school.

Wat betekent respect? Eigenlijk is het gemakkelijk:

  • Je laat een ander in zijn of haar waarde.
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden.

Ook beleefdheid is belangrijk. Beleefdheid en respect hebben met elkaar te maken, maar ze betekenen niet hetzelfde. Beleefd ben je als het goed is altijd. Respect kun je verdienen, en krijg je als je anderen met respect behandelt. We verwachten dat je je tegenover iedereen beleefd gedraagt.

We houden onze school netjes en veilig

Deze regel heeft ook met respect te maken: respect voor je omgeving en voor degenen die je omgeving verzorgen. De school is ook van jou, en daar moet je trots op zijn. Niet alleen in school moet het netjes zijn, ook rondom de school. De pauzes brengen we door in de aula of op het schoolplein op de tweede etage. We willen graag dat je je op school op je gemak en prettig voelt. We hebben duidelijke regels. Je mag fouten maken; je wordt niet gelijk gestraft. Er wordt naar jou geluisterd en jij luistert naar anderen. Iedereen wordt op school op dezelfde manier behandeld.

We helpen elkaar

Dit spreekt voor zich: als je iemand kunt helpen dan doe je dat. Dat kan in de klas zijn, in de aula tijdens een pauze, maar ook buiten op het schoolplein of in de buurt.

We spreken Nederlands met elkaar

In en rondom de school praat iedereen zoveel mogelijk Nederlands. Als je elkaar goed verstaat, kunnen er ook geen misverstanden ontstaan. We maken zo met elkaar de school veiliger. Beheersing van de Nederlandse taal is een vereiste voor je studie en je toekomstige baan.

Huisregels De Hef / Schoolafspraken 

  • We dragen geen petjes of hoofddeksels in school. Berg ze op in je kluisje.
  • Blijf niet hangen bij de voordeur van de school, dan kan iedereen makkelijk naar binnen.
  • Gebruik je kluisje voor en na schooltijd of tijdens de pauze, maar niet tussen de lessen door. Zorg dat je al je spullen bij je hebt als je de les in komt.
  • Ga voor de les of in de pauze naar het toilet, dan hoeft dit niet tijdens de les.
  • Als je tijdens de lessen op de gangen loopt, kan dit alleen met een gangpas. Die krijg je van een docent.
  • Je bent thuis in de klas en daarom dragen we hier ook geen jas.
  • Je mobiele telefoon berg je op in de kluis voor alle veiligheid of moet uit staan tijdens de lessen. Je blijft bereikbaar voor je ouders via de administratie/telefoniste van de school.
  • De aula en het plein zijn de plekken op school waar je kunt eten en drinken. 
  • Na afloop van de pauze ruim je afval op in de bak. Samen houden we zo het gebouw schoon.
  • We gebruiken op school geen kauwgom en drinken geen energiedrankjes.
  • In school lopen we rustig en praten we zachtjes. We zitten niet aan elkaar, ook al is het voor de grap.
  • Als je buiten de pauzes vrij bent, kun je geen gebruik maken van het plein.
  • Vechten, pesten of bedreigingen accepteren we niet.

Pauzes 

De eerste pauze duurt 30 minuten en de tweede pauze 45 minuten. De onderbouwleerlingen zijn in de pauzes of in de aula of op het plein ernaast. De bovenbouwleerlingen mogen in de tweede pauze naar buiten. De Hef heeft pauzewachten en surveillance in de school. Na elke pauze maken leerlingen volgens een corveerooster de aula weer netjes in orde. Met je klas ben je een aantal keer per jaar aan de beurt om de aula op te ruimen na afloop van de pauze. 

Veiligheid 

Je krijgt een kluisje waarin je je spullen veilig op kunt bergen. Natuurlijk is het bezit en of gebruik van wapens, vuurwerk, alcohol en/of drugs niet toegestaan. Wanneer we weten dat dit wel gebeurt, dan zijn we verplicht je aan te geven bij de politie en je te schorsen. Daarna wordt, afhankelijk van de situatie, besloten of je langer geschorst wordt of definitief van school verwijderd wordt. Bij ernstige verdenking mag de schoolleiding een leerling fouilleren. 

Te laat 

Wanneer je te laat bent voor de les, meld je je eerst bij de balie. Je wordt via de computer geregistreerd en ontvangt een te laat briefje. Absenties worden nauwkeurig bijgehouden. Je moet binnen een week 30 minuten nablijven als je ongeoorloofd te laat bent gekomen. Als je meer dan 30 minuten ongeoorloofd te laat bent, word je niet meer toegelaten tot de les en geregistreerd als ongeoorloofd afwezig, dan moet je de dubbele tijd inhalen.

Bij drie keer te laat voert de mentor een gesprek met de leerling.

Bij zes keer te laat stuurt de administratie een sms naar de ouders/ verzorgers van de leerling.

Bij twaalf keer te laat  gaat er een melding naar de leerplicht.

Uit de les verwijderd

Wanneer je de voortgang van de les verhindert, kan de docent je uit de les sturen. In dat geval moet je je melden bij de leerlingcoördinator. De leerlingcoördinator geeft je een formulier waarop je de reden van je verwijdering schrijft. De rest van het lesuur ga je aan het werk en na het lesuur meld je je weer bij de docent die je uit de les stuurde. Je geeft hem of haar het ingevulde formulier. Samen bespreken jullie het voorval en proberen jullie tot een oplossing te komen. Vervolgens vult ook de docent het formulier in. De docent handelt na de les het voorval samen met de leerling af en belt naar de ouders/ verzorgers. Wordt er geen oplossing gevonden, dan neemt de docent het initiatief om het voorval nader te bespreken met de leerlingcoördinator.

Rookvrije school 

In school is het overal verboden te roken. 

Kledingvoorschriften 

In school 
In onze school is het dragen van hoofddoekjes op religieuze gronden toegestaan. Het dragen van sluiers die het gezicht bedekken en alleen de ogen vrijlaten, zoals burka’s en niqaabs, is niet toegestaan, omdat dit de normale sociale omgang tussen leerlingen onderling en leerlingen en personeel kan hinderen en de school als gevolg van vrijwel alles verhullende kleding niet zou kunnen instaan voor de veiligheid en de gezondheid van de leerlingen. We verwachten van onze leerlingen dat ze zich netjes kleden. Leerlingen die kleding dragen die het lichaam te veel onbedekt laat, worden naar huis teruggestuurd om zich om te kleden. 

Tijdens sportlessen 
Mede door de uitspraken van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) zijn de regels rondom het dragen van hoofddoekjes tijdens sportlessen aangescherpt. Doel van dit kledingvoorschrift is het waarborgen van veiligheid en hygiëne tijdens de sportles. Daarom gelden de volgende voorschriften: 

  • Leerlingen mogen tijdens sportlessen een reguliere hoofddoek dragen. Deze dient dan zonder spelden en/of naalden naar achter te worden gevouwen en in de nek te worden vastgeknoopt. 
  • Indien op religieuze gronden ook de hals en nek bedekt moeten zijn, mag dit alleen door gebruik te maken van de sporthoofddoek. Bovendien moet deze nauwsluitend om het hoofd worden gedragen.

Verzuim 

De lessen die op je rooster staan, moet je volgen, tenzij de schoolleiding een andere regeling heeft getroffen. We gaan ervan uit dat je alle lessen volgt, maar we weten ook dat er leerlingen zijn die spijbelen. Spijbelen oftewel ongeoorloofd absent is uiteraard niet toegestaan. Je bent namelijk tot je 18e jaar leerplichtig en wij zijn als school verplicht om spijbelen te melden bij Leerplicht. Bij elk uur ongeoorloofd absent moet de leerling 60 minuten binnen één week inhalen. Bij 3 of meer uren ongeoorloofd absent op één dag, ontvangen de ouders/ verzorgers een SMS. Absentie uren worden tijdens elke PCO-gesprek besproken tussen leerling en mentor.

Schorsing en verwijdering 

Wanneer een leerling zich niet aan de schoolregels houdt, wanneer een leerling zich niet respectvol gedraagt ten opzichte van klasgenoten en/of personeel of wanneer een leerling een bedreiging vormt voor anderen dan kan hij van school verwijderd worden. Ook kan een leerling geschorst worden. Afhankelijk van de ernst van het vergrijp kan dit variëren van minimaal één dag tot maximaal vijf dagen.

Bij schorsing stellen we altijd de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie op de hoogte.

Wanneer een leerling meer dan twee keer geschorst is of zich dusdanig ernstig heeft misdragen dat handhaving op school onmogelijk is geworden dan volgt verwijdering van school.

Leerlingbegeleiding

Elk team bestaat behalve uit docenten, mentoren en afdelingsleider uit een aantal functionarissen die de ontwikkelingen van de leerlingen volgen. Samen zorgen zij voor een optimale begeleiding van onze leerlingen.

Mentor/coach

De mentor begeleidt de leerlingen uit zijn of haar klas. Hij of zij is het aanspreekpunt voor ouders en leerlingen. De mentor is voor de leerlingen een steun en toeverlaat en voert regelmatig gesprekken met hen. Ook helpt hij of zij bij de keuze van de sector in de bovenbouw. Daarnaast houdt de mentor nauwkeurig bij of zijn of haar leerlingen verzuimen en neemt dan maatregelen.

Vakdocent

De docent verzorgt de lessen in zijn of haar vak. Soms geeft een docent meerdere vakken. De docent brengt zijn of haar leerlingen kennis bij op een bepaald vakgebied, begeleidt ze en zorgt voor toetsing. Daarnaast geeft de vakdocent extra opdrachten, zoals werkstukken en presentaties. Deze bewaart de leerling in het portfolio. Wanneer een leerling goed werk levert, geeft de vakdocent extra opdrachten. Wanneer het leren niet zo goed gaat, dan zorgt de docent voor extra begeleiding.

Ondersteuningscoördinator

De ondersteuningscoördinator werkt nauw samen met de mentor en leerlingcoördinator. Zij bespreken samen welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben. De ondersteuningscoördinator onderhoudt contact met externe hulpverleners die aan de school verbonden zijn. Indien nodig bespreekt de ondersteuningscoördinator in een breed ondersteuningsoverleg of er hulp van een externe instantie ingeroepen moet worden.

Leerlingcoördinator

De leerlingcoördinator begeleidt de mentoren op school. Hij bespreekt met de mentor de leerlingbegeleiding die nodig is in de klas. Wanneer de basisondersteuning niet voldoet, heeft de leerlingcoördinator overleg met de ondersteuningscoördinator.

Vertrouwenspersonen De Hef

Het kan voorkomen dat iemand in een situatie terechtkomt waardoor hij een ongemakkelijk gevoel krijgt. Heeft deze situatie te maken met het gedrag van ons personeel en/of leerlingen en gaat het over seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld of pesten dan kan men altijd bij iemand terecht. Dit kan de mentor, een vakdocent, een van de de anti-pestcoördinatoren (de heer ‘t Hooft/mevrouw Yildiz) of gewoon iemand op school zijn waar men het goed mee kan vinden. Deze gaan dan samen met de leerling uitzoeken wat de beste manier is om te helpen. Op De Hef zijn mevrouw S. Struijk en de heer A. Verschuur als contactpersoon aangewezen om hierbij eventueel ondersteuning te geven. 

Mevrouw Struijk: s.struijk@rvcdehef.nl

De heer Verschuur: a.verschuur@rvcdehef.nl

Vertrouwenspersonen Stichting BOOR

BOOR heeft drie externe vertrouwenspersonen. Medewerkers, ouders, leerlingen en anderen die een taak hebben op school of binnen het bestuur kunnen bij hen terecht wanneer ze onverhoopt slachtoffer zijn geworden van ongewenst gedrag, zoals discriminatie, pesten, (seksuele) intimidatie, agressie en geweld. De externe vertrouwenspersoon biedt opvang, begeleiding en nazorg. Ook als een medewerker het vermoeden heeft van een misstand binnen onze organisatie kan hij of zij terecht bij de externe vertrouwenspersoon.

Stichting BOOR - (boorbestuur.nl)


School Ondersteunings Team

Het doel van het School Ondersteunings Team (SOT) is het bevorderen van het welbevinden van de leerlingen.

Er is een intern SOT bestaande uit de leerlingcoördinator, schoolmaatschappelijk werk, orthopedagoog en ondersteuningscoördinator. Hier worden leerlingen ingebracht waarvan de basisondersteuning niet toereikend is. Vervolgens worden er acties uitgezet.

Het externe SOT bestaat uit externe deskundigen op het gebied van jeugdzorg, het wijkteam, Koers VO, leerplicht, schoolmaatschappelijk werk en de ondersteuningscoördinator. Er is veel contact met deze externe partners om de begeleiding en ondersteuning van leerlingen goed op elkaar af te stemmen.

Schoolmaatschappelijk werk

De schoolmaatschappelijk werk(st)er voert op school gesprekken met leerlingen, ouders en mentoren. Leerlingen kunnen zelf ook om een gesprek vragen. De schoolmaatschappelijk werk(st)er onderhoudt de contacten met externe deskundigen van onder andere de wijkteams en jeugdbescherming en bezoekt indien nodig ook ouders thuis.

Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)

De jeugdverpleegkundige van CJG voert in het tweede leerjaar op school een gesprek met leerlingen. Ook hier kunnen de leerlingen zelf vragen om een gesprek. Voor langdurig ziekteverzuim kan een leerling worden verwezen naar CJG.

Wijkteam

Elke wijk in Rotterdam heeft een wijkteam. Bij het wijkteam kunt u terecht met allerlei vragen. Het goed functioneren van uw kind staat hierbij centraal. Vanuit school kan er door de schoolmaatschappelijk werker samen met ouders een aanmelding worden gedaan bij het wijkteam. Het wijkteam werkt snel en biedt praktische hulp.

Training in sociale vaardigheden (SOVA) of Rots en Water training

Alle leerlingen van klas 1 volgen een Rots en Water training. Deze training is gericht op het vergroten van de weerbaarheid.

LOB (loopbaan oriëntatie en begeleiding)

De LOB-coördinatoren zijn samen met de mentoren verantwoordelijk voor de loopbaanbegeleiding van leerlingen. Voor de leerlingen is er een doorlopende leerlijn met verschillende opdrachten waar ze werken aan verschillende thema’s. Tijdens de MOL-gesprekken presenteren de leerlingen elke periode de ervaringen die ze hebben opgedaan, wat ze geleerd hebben over het thema en waar ze zich de komende periode verder in willen ontwikkelen. In de bovenbouw hebben leerlingen ook elke periode een portfoliogesprek met de praktijkdocent waar de opdracht die het beste is gelukt en de verschillende beroepen die in die periode aan bod zijn gekomen centraal staan. De LOB-coördinatoren houden contact met onderwijsinstellingen en onderwijskundige instituten en delen dit met de mentoren.

Afdelingsleider

De afdelingsleider is verantwoordelijk voor het onderwijskundige beleid. De afdelingsleider stuurt de leerlingcoördinatoren en mentoren aan.

Leerplicht

De leerplichtambtenaar ziet erop toe dat van het recht op onderwijs gebruik wordt gemaakt. Als het nodig is kan de school Bureau Leerplicht inschakelen. Wanneer het verzuim ernstig is, wordt de ouder/verzorger van de spijbelende leerling opgeroepen voor een gesprek. De leerplichtambtenaar houdt één ochtend per week spreekuur op school. De leerplichtambtenaar wordt tevens ingeschakeld wanneer leerlingen regelmatig te laat komen.