Regels en afspraken

Hoe gaan we met elkaar om?

We streven ernaar om in een prettige werksfeer onze leerlingen zo goed mogelijk te laten presteren. Om dit te realiseren nemen alle leerlingen en medewerkers de Schoolafspraken in acht. We werken vanuit vier belangrijke principes: 

1. Verbondenheid 

2. Aandacht 

3. Kwaliteit 

4. Veiligheid 

Deze uitgangspunten vertalen zich in de volgende omgangsregels:

•We hebben respect voor elkaar, elkaars eigendommen en onze omgeving.

•We zijn samen verantwoordelijk voor een goede sfeer en helpen elkaar waar dat nodig is.

•We dragen allemaal bij aan een open communicatie: we lossen problemen op door erover te praten. We pesten, bedreigen en negeren anderen niet.

•We staan voor een positieve houding, correct gedrag en net taalgebruik.

•We doen altijd melding bij de politie in geval van diefstal, vernieling of geweld.
Bij ernstige zaken doen we, de school, aangifte.

•We vinden dat op school alcohol, drugs, wapens en gokken niet thuishoren.

•We vinden dat er geen plaats is voor beledigingen, racisme, discriminatie en geweld.

We houden ons aan bovenstaande omgangsregels en spreken elkaar erop aan.

Huisregels De Hef / Schoolafspraken 


Algemeen
- We dragen geen hoofddeksels (m.u.v. hoofddoekjes) in school.
- De Hef is een telefoonvrije school. Je mobiele telefoon laat je thuis of berg je op in je kluis.
- Je bent thuis in de klas en daarom dragen we hier ook geen jas.
- In school lopen en praten we rustig.
- Houd je aan de kledingvoorschriften. 
- We zijn een rookvrije school. Ook bij in- en uitgangen wordt niet gerookt.
- Neem je schooltas mee met al je schoolspullen, dus ook je tablet.

Omgang
Iedereen moet zich veilig kunnen voelen en daarom is vechten, bedreigen en elke vorm van pesten niet toegestaan.
- De in- en uitgang moet altijd vrij zijn. Blijf daarom niet hangen voor de school.
- Alle medewerkers hebben het recht om jou aan te spreken. Luister daarnaar en volg de instructies op die je krijgt van de medewerkers.

Pauze
Er mag pauze worden gehouden in de hallen op de begane grond, 1e , 2e en 3e verdieping, op het leerplein, in de bieb, in de aula en op het schoolplein. De bovenbouw mag in de pauzes naar buiten.
- Ga voor de les of in de pauze naar de wc.
- In de pauze maak je gebruik van de wc’s op de 2e verdieping of op de begane grond.
- In de pauzes mag je overal (waar pauze gehouden mag worden) eten en drinken, behalve in de bieb en leerplein.
- Afval gooi je in de afvalbak. Samen houden we zo het gebouw schoon.
- We gebruiken op school geen kauwgom en drinken geen energiedrankjes.

Sport & Bewegen
Je bent binnen 7 minuten na de bel omgekleed en in de gymzaal.
- Je hebt je gymkleding aan (sportbroek, shirt, gymschoenen en evt. sporthoofddoek).
- Vergeten van gymkleding heeft invloed op je cijfer en je doet gewoon mee met de les.
- Sieraden en waardevolle spullen berg je op in je kluis.
- Alleen water drinken in de les is toegestaan. Neem je eigen flesje mee.


    Veiligheid 

    Je krijgt een kluisje waarin je je spullen veilig op kunt bergen. Natuurlijk is het bezit en of gebruik van wapens, vuurwerk, alcohol en/of drugs niet toegestaan. Wanneer we weten dat dit wel gebeurt, dan zijn we verplicht je aan te geven bij de politie en je te schorsen. Daarna wordt, afhankelijk van de situatie, besloten of je langer geschorst wordt of definitief van school verwijderd wordt. Bij ernstige verdenking mag de schoolleiding een leerling fouilleren. 

    Te laat 

    Wanneer je te laat bent voor de les, meld je je eerst bij de balie. Je wordt via de computer geregistreerd en ontvangt een te laat briefje. Absenties worden nauwkeurig bijgehouden. Je moet binnen een week 30 minuten nablijven als je ongeoorloofd te laat bent gekomen. Als je meer dan 30 minuten ongeoorloofd te laat bent, word je niet meer toegelaten tot de les en geregistreerd als ongeoorloofd afwezig, dan moet je de dubbele tijd inhalen.

    Bij drie keer te laat voert de mentor een gesprek met de leerling.

    Bij zes keer te laat stuurt de administratie een sms naar de ouders/ verzorgers van de leerling.

    Bij twaalf keer te laat  gaat er een melding naar de leerplicht.

    Uit de les verwijderd

    Wanneer je de voortgang van de les verhindert, kan de docent je uit de les sturen. In dat geval moet je je melden bij de leerjaarcoördinator. De leerjaarcoördinator geeft je een formulier waarop je de reden van je verwijdering schrijft. De rest van het lesuur ga je aan het werk en na het lesuur meld je je weer bij de docent die je uit de les stuurde. Je geeft hem of haar het ingevulde formulier. Samen bespreken jullie het voorval en proberen jullie tot een oplossing te komen. Vervolgens vult ook de docent het formulier in. De docent handelt na de les het voorval samen met de leerling af en belt naar de ouders/ verzorgers. Wordt er geen oplossing gevonden, dan neemt de docent het initiatief om het voorval nader te bespreken met de leerjaarcoördinator.

    Verzuim 

    De lessen die op je rooster staan, moet je volgen, tenzij de schoolleiding een andere regeling heeft getroffen. We gaan ervan uit dat je alle lessen volgt, maar we weten ook dat er leerlingen zijn die spijbelen. Spijbelen oftewel ongeoorloofd absent is uiteraard niet toegestaan. Je bent namelijk tot je 18e jaar leerplichtig en wij zijn als school verplicht om spijbelen te melden bij Leerplicht. Bij elk uur ongeoorloofd absent moet de leerling 60 minuten binnen één week inhalen. Bij 3 of meer uren ongeoorloofd absent op één dag, ontvangen de ouders/ verzorgers een SMS. Absentie uren worden tijdens elke PCO-gesprek besproken tussen leerling en mentor.

    Schorsing en verwijdering 
    Wanneer een leerling zich niet aan de schoolregels houdt, wanneer een leerling zich niet respectvol gedraagt ten opzichte van klasgenoten en/of personeel of wanneer een leerling een bedreiging vormt voor anderen dan kan hij van school verwijderd worden. Ook kan een leerling geschorst worden. Afhankelijk van de ernst van het vergrijp kan dit variëren van minimaal één dag tot maximaal vijf dagen.

    Bij schorsing stellen we altijd de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie op de hoogte.

    Wanneer een leerling meer dan twee keer geschorst is of zich dusdanig ernstig heeft misdragen dat handhaving op school onmogelijk is geworden dan volgt verwijdering van school.

    Leerlingbegeleiding

    Elk team bestaat behalve uit docenten, mentoren en afdelingsleider uit een aantal functionarissen die de ontwikkelingen van de leerlingen volgen. Samen zorgen zij voor een optimale begeleiding van onze leerlingen.

    Mentor/coach

    De mentor begeleidt de leerlingen uit zijn of haar klas. Hij of zij is het aanspreekpunt voor ouders en leerlingen. De mentor is voor de leerlingen een steun en toeverlaat en voert regelmatig gesprekken met hen. Ook helpt hij of zij bij de keuze van de sector in de bovenbouw. Daarnaast houdt de mentor nauwkeurig bij of zijn of haar leerlingen verzuimen en neemt dan maatregelen.

    Vakdocent

    De docent verzorgt de lessen in zijn of haar vak. Soms geeft een docent meerdere vakken. De docent brengt zijn of haar leerlingen kennis bij op een bepaald vakgebied, begeleidt ze en zorgt voor toetsing. Daarnaast geeft de vakdocent extra opdrachten, zoals werkstukken en presentaties. Deze bewaart de leerling in het portfolio. Wanneer een leerling goed werk levert, geeft de vakdocent extra opdrachten. Wanneer het leren niet zo goed gaat, dan zorgt de docent voor extra begeleiding.

    Ondersteuningscoördinator

    De ondersteuningscoördinator werkt nauw samen met de mentor en leerjaarcoördinator. Zij bespreken samen welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben. De ondersteuningscoördinator onderhoudt contact met externe hulpverleners die aan de school verbonden zijn. Indien nodig bespreekt de ondersteuningscoördinator in een breed ondersteuningsoverleg of er hulp van een externe instantie ingeroepen moet worden.

    Leerjaarcoördinator

    De leerjaarcoördinator begeleidt de mentoren op school. Hij bespreekt met de mentor de leerlingbegeleiding die nodig is in de klas. Wanneer de basisondersteuning niet voldoet, heeft de leerjaaroördinator overleg met de ondersteuningscoördinator.

    Vertrouwenspersonen De Hef

    Het kan voorkomen dat iemand in een situatie terechtkomt waardoor hij een ongemakkelijk gevoel krijgt. Heeft deze situatie te maken met het gedrag van ons personeel en/of leerlingen en gaat het over seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld of pesten dan kan men altijd bij iemand terecht. Dit kan de mentor, een vakdocent, een van de de anti-pestcoördinatoren (de heer ‘t Hooft/mevrouw Yildiz) of gewoon iemand op school zijn waar men het goed mee kan vinden. Deze gaan dan samen met de leerling uitzoeken wat de beste manier is om te helpen. Op De Hef zijn mevrouw S. Struijk en de heer A. Verschuur als contactpersoon aangewezen om hierbij eventueel ondersteuning te geven. 

    Mevrouw Struijk: s.struijk@rvcdehef.nl

    De heer Verschuur: a.verschuur@rvcdehef.nl

    Vertrouwenspersonen Stichting BOOR

    BOOR heeft drie externe vertrouwenspersonen. Medewerkers, ouders, leerlingen en anderen die een taak hebben op school of binnen het bestuur kunnen bij hen terecht wanneer ze onverhoopt slachtoffer zijn geworden van ongewenst gedrag, zoals discriminatie, pesten, (seksuele) intimidatie, agressie en geweld. De externe vertrouwenspersoon biedt opvang, begeleiding en nazorg. Ook als een medewerker het vermoeden heeft van een misstand binnen onze organisatie kan hij of zij terecht bij de externe vertrouwenspersoon.

    Stichting BOOR - (boorbestuur.nl)


    School Ondersteunings Team

    Het doel van het School Ondersteunings Team (SOT) is het bevorderen van het welbevinden van de leerlingen.

    Er is een intern SOT bestaande uit de leerlingcoördinator, schoolmaatschappelijk werk, orthopedagoog en ondersteuningscoördinator. Hier worden leerlingen ingebracht waarvan de basisondersteuning niet toereikend is. Vervolgens worden er acties uitgezet.

    Het externe SOT bestaat uit externe deskundigen op het gebied van jeugdzorg, het wijkteam, Koers VO, leerplicht, schoolmaatschappelijk werk en de ondersteuningscoördinator. Er is veel contact met deze externe partners om de begeleiding en ondersteuning van leerlingen goed op elkaar af te stemmen.

    Schoolmaatschappelijk werk

    De schoolmaatschappelijk werk(st)er voert op school gesprekken met leerlingen, ouders en mentoren. Leerlingen kunnen zelf ook om een gesprek vragen. De schoolmaatschappelijk werk(st)er onderhoudt de contacten met externe deskundigen van onder andere de wijkteams en jeugdbescherming en bezoekt indien nodig ook ouders thuis.

    Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)

    De jeugdverpleegkundige van CJG voert in het tweede leerjaar op school een gesprek met leerlingen. Ook hier kunnen de leerlingen zelf vragen om een gesprek. Voor langdurig ziekteverzuim kan een leerling worden verwezen naar CJG.

    Wijkteam

    Elke wijk in Rotterdam heeft een wijkteam. Bij het wijkteam kunt u terecht met allerlei vragen. Het goed functioneren van uw kind staat hierbij centraal. Vanuit school kan er door de schoolmaatschappelijk werker samen met ouders een aanmelding worden gedaan bij het wijkteam. Het wijkteam werkt snel en biedt praktische hulp.

    Training in sociale vaardigheden (SOVA) of Rots en Water training

    Alle leerlingen van klas 1 volgen een Rots en Water training. Deze training is gericht op het vergroten van de weerbaarheid.

    LOB (loopbaan oriëntatie en begeleiding)

    De LOB-coördinatoren zijn samen met de mentoren verantwoordelijk voor de loopbaanbegeleiding van leerlingen. Voor de leerlingen is er een doorlopende leerlijn met verschillende opdrachten waar ze werken aan verschillende thema’s. Tijdens de MOL-gesprekken presenteren de leerlingen elke periode de ervaringen die ze hebben opgedaan, wat ze geleerd hebben over het thema en waar ze zich de komende periode verder in willen ontwikkelen. In de bovenbouw hebben leerlingen ook elke periode een portfoliogesprek met de praktijkdocent waar de opdracht die het beste is gelukt en de verschillende beroepen die in die periode aan bod zijn gekomen centraal staan. De LOB-coördinatoren houden contact met onderwijsinstellingen en onderwijskundige instituten en delen dit met de mentoren.

    Afdelingsleider

    De afdelingsleider is verantwoordelijk voor het onderwijskundige beleid. De afdelingsleider stuurt de leerlingcoördinatoren en mentoren aan.

    Leerplicht

    De leerplichtambtenaar ziet erop toe dat van het recht op onderwijs gebruik wordt gemaakt. Als het nodig is kan de school Bureau Leerplicht inschakelen. Wanneer het verzuim ernstig is, wordt de ouder/verzorger van de spijbelende leerling opgeroepen voor een gesprek. De leerplichtambtenaar houdt één ochtend per week spreekuur op school. De leerplichtambtenaar wordt tevens ingeschakeld wanneer leerlingen regelmatig te laat komen.